Een drachtige en lacterende merrie verdient onze aandacht. Naast goede zorg is de voeding die je paard krijgt erg belangrijk. We weten al heel lang dat fokmerries specifieke behoefte hebben aan vitamines en mineralen. Met name calcium, fosfor, koper, zink, selenium, vitamine A, D en E zijn belangrijk voor de merrie én het veulen. Wat veel mensen niet weten, is dat het niet gaat om de hoeveelheid vitamines en mineralen, maar om juiste hoeveelheid, in de juiste verhouding tot elkaar.

Een tekort of overmaat aan vitamines kan schadelijke gevolgen hebben voor de merrie, maar ook voor het ongeboren veulen. Bovendien kan een overmaat of tekort van bepaalde mineralen de opname van andere beïnvloeden. Vanwege de wisselende gehaltes van mineralen in ruwvoer is het belangrijk om via ruwvoederanalyse te weten wat je voert. In zijn algemeenheid geldt: voor fokmerries moet vooral gelet worden op calcium, fosfor, koper, zink en selenium!

Overzicht van mineralen

Calcium en fosfor
Calcium en fosfor zijn belangrijk voor de opbouw van het skelet, de energiehuishouding en de bloedstolling. Bij een tekort aan calcium maakt de merrie calcium uit de botten vrij om het beschikbaar te stellen aan het veulen. Dit gaat ten koste van de sterkte van de botten! Haver, gerst, bijproducten van granen en biergist zijn rijk aan fosfor. Als gevolg daarvan kan een calciumtekort ontstaan. Grasproducten, bietenpulp en lijnzaad bevatten daarentegen weer veel calcium.

Voor deze mineralen geldt dat de onderlinge verhouding net zo belangrijk is als het absolute gehalte. De optimale verhouding is circa 2:1.

Magnesium
De behoefte aan magnesium is gedurende de lactatie duidelijk hoger! Magnesium is belangrijk voor de opbouw van zenuw- en spierweefsel, botten en tanden. Voer je granen, dan zal het aanbod in de dracht waarschijnlijk voldoende zijn, gedurende de lactatie moet je wel extra magnesium voeren.

Natrium en chloor
Deze mineralen zijn belangrijk voor de elektrolytenbalans en de waterhuishouding. Gedurende de lactatie neemt de behoefte aan natrium en chloor aanzienlijk toe.

Kalium
Kalium is belangrijk voor de osmotische druk in de cellen, voor het doorgeven van prikkels in de zenuwbanen, voor het samentrekken van de spieren en voor de activiteit van talloze enzymen. Tijdens de dracht is de behoefte nagenoeg onveranderd, maar gedurende de lactatie is de behoefte echter dubbel zo hoog.

IJzer
IJzer is een sporenelement dat nodig is voor de opbouw rode bloedlichaampjes (hemoglobine) en voor myoglobine in de spieren. Het zorgt voor de beschikbaarheid en transport van zuurstof in het bloed en de spieren. In vergelijking met het onderhoudsniveau stijgt de behoefte tijdens de dracht en lactatie met ca. één derde. Een tekort komt in normale rantsoenen zelden voor.

Koper
Koper is vooral aanwezig in het spierweefsel, maar is ook belangrijk voor het functioneren en de opbouw van zenuwen, bloed en botten. Aan het einde van de dracht heeft het veulen koper nodig om het in de lever op te slaan. Na de geboorte is het van deze voorraad afhankelijk omdat merriemelk relatief arm aan koper is.

Zink
Bij zink is het belangrijk om niet teveel te geven, omdat een overmaat schadelijk is voor het veulen. Zink is nodig voor de eiwit- en koolhydraatstofwisseling en belangrijk bij het afweersysteem (immuniteit). De behoefte van hoogdrachtige merries is hoger, maar het gehalte moet – met het oog op de gezondheid van het veulen – maar matig verhoogd worden.

Mangaan
Mangaan is nodig voor talrijke enzymatische processen. Bovendien is het belangrijk voor het functioneren van de eierstokken.

Jodium
Jodium is belangrijk voor een goed functionerende schildklier. Een tekort, maar ook een overschot kan leiden tot abortus, storingen aan het zenuwstelsel of een verlengde draagtijd.

Selenium
Vooral in ruwvoer kan het seleniumgehalte sterk schommelen. Een tekort verzwakt de immuniteit. Een overmaat kan echter tot vergiftiging leiden!

Vitamines voor vruchtbaarheid en ontwikkeling

Vitamines zijn nodig voor vruchtbaarheid en gezondheid, bovendien sturen ze de groei en ontwikkeling van het lichaam. Voor fokmerries zijn vooral vitamine A, D en E belangrijk:

Vitamine A of betacaroteen
Paarden verwerken betacaroteen tot vitamine A. Vitamine A is zeer belangrijk voor de vruchtbaarheid en immuniteit. Bij een tekort kan het embryo afsterven of wordt in ieder geval de embryonale ontwikkeling geschaad. Maar ook een overschot kan de ontwikkeling van de foetus negatief beïnvloeden. Balans is het toverwoord. Betacaroteen is vooral aanwezig in groenvoeders. Naarmate het langer opgeslagen is, neemt het gehalte af. Met name in de herfst en winter zien we dat er tekorten ontstaan.

Vitamine D
Het zorgt voor de opname van calcium en fosfor. Bij voldoende calcium en fosfor, maar een tekort aan vitamine D, kan de ontwikkeling van het skelet van het veulen geschaad worden. Hoogdrachtige merries hebben t.o.v. onderhoudsniveau dubbel zoveel vitamine D nodig. Een vitamine D-tekort zie je echter zelden, vaker is sprake van een overschot. Hierdoor kunnen nierstenen ontstaan. Bovendien kan het leiden tot een secundair tekort aan calcium en fosfor, vanwege een overmatige absorptie. Vitamine D wordt via het ruwvoer opgenomen en wordt door het lichaam onder invloed van zonlicht omgezet in een werkzame vorm.

Vitamine E
Vitamine E beïnvloedt samen met vitamine A globaal de werking van de eierstokken en de hormoonhuishouding, maar is ook belangrijk voor de celstofwisseling in het hele lichaam. Vitamine E komt voor in gras, klaver, luzerne, hele granen en plantaardige olie. Met toenemend vochtgehalte en langere bewaartijd neemt het vitamine gehalte af.

Kies voor je paard, kies voor Marstall Fokkerijmuesli
De ideale Fokkerijmuesli met haver, essentiële aminozuren, organisch selenium, extra veel bèta-caroteen en koper in de ideale verhoudingen voor fokmerries en dekhengsten. Perfect afgestemd op de veeleisende periodes van dracht en lactatie. Zorgt bovendien voor uitstraling, conditie, rust en de beste spermakwaliteit bij dekhengsten.

Deel dit artikel